Impressie: Marcel Bossuyt
Vertrekkend uit de context van Koerbagh’s tijd, die gekenmerkt wordt als de kantelperiode waarin de ontwikkeling van de Verlichting gebeurde, slaat René een brug naar onze actualiteit.
Via de verklaring van de begrippen transcendentie en immanentie komen ratio en humanisme als belangrijkste blijvende resultaten naar voren. Koerbagh‘s tijdgenoten Spinoza en Blaise Pascal zijn daarin mede richtinggevend.
Waar toen de rede ten overstaan van de objecten alles goed wist te duiden en te plaatsen, is dat in onze tijd vele keren moeilijker. Door globalisering en digitalisering heeft de ratio het niet onder de markt om de complexiteit van ons huidige wereldbeeld te vatten. Als reactie daarop wordt het ik-beeld belangrijker, en dit individualisme verstoort het gemeenschapsbeeld dat vroeger veel sterker was.
Echter, het is alleen vanuit een gemeenschappelijk optreden dat de door de mens geïnduceerde problemen – het antropoceen – met “the global warming” als één der voornaamste, aangepakt kunnen worden. René ten Bos heeft zijn standpunt zeer duidelijk gemaakt, en met de nodige humor en passende kwinkslagen aangegeven waar hij zich situeert op de optimisme-pessimisme lijn, namelijk relativerend ergens rond het midden.
Impressie: Bert Erwich en Bart Ris
De keuze om René ten Bos te vragen een inleiding te houden bleek een gouden greep. Hij boeide een volle aula – ruim 80 mensen – van de Wilhelminaschool bijna anderhalf uur door een helder en enthousiasmerend betoog, zonder moeilijke woorden en met humor (‘het is zaterdag en nog vroeg’). Hij plaatste Koerbagh in zijn tijd waarin de wetenschap en de rede God definitief onttroonden. De visie op de werkelijkheid die deze omwenteling met zich mee bracht, speelt tot op de huidige dag een belangrijke rol bij de ecologische problemen die de mensheid bedreigen: de natuur staat ter beschikking van de mens. Ons beroep op de rede en hoe we ons als mensheid kunnen ontworstelen aan de verlammende politieke tegenstellingen was de rode lijn en de schakel met de tijd van Koerbagh. Op de vraag hoe we ons kunnen verbinden en tot het besef komen dat we moeten handelen, omdat we allen in hetzelfde schuitje zitten, is het antwoord dat we hier te maken hebben met een uitermate complex probleem. En dat ons voornaamste redmiddel toch de rede is.
René ten Bos plaatste Spinoza eerst in zijn tijd en legde daarna een verbinding met de huidige ecologische problemen. Descartes meende dat de rede en een strenge methode de wereld zouden open leggen. De rede en wiskundige benadering van de werkelijkheid zouden de geheimen van de natuur ontsluieren en wel op een universele wijze. Waarheid was overal hetzelfde; wetenschap waar geen speld tussen te krijgen is. De methode heeft zijn invloed op filosofen als Spinoza die zijn Ethica in stellingen indeelt en daarvan bewijzen levert. Ten Bos zegt als ter zijde dat vakfilosofen nog steeds op die manier schrijven en dus voor elkaar: drie mensen lezen het artikel: de auteur en twee referenten. Terwijl de mensheid en de Kerk hun wereldbeeld nog op God baseren, die hoog boven de werkelijkheid zweeft, schrijven Spinoza en Koerbagh over de immanente God. Spinoza sleep lenzen voor instrumenten die onbekende werelden ontdekten. Het was een zeer roerige tijd waarin wetenschap en mechanisering religieuze wereldbeelden deden wankelen. Wetenschappelijke ontdekkingen die niet in overeenstemming zijn te brengen met de volmaaktheid van God sloot de Kerk achter slot en grendel.
René ten Bos geeft als voorbeeld van een dogmatisch religieus probleem: het niets, het vacuüm. God is alles, dus wat te doen met het niets? De barometer toont onomstotelijk aan dat er een vacuüm is. De wetenschap en de rede dringen het domein van God terug. Maar redt de rede ons? We zitten aardig in de problemen, stelt Ten Bos. Politici hebben meestal andere belangen. We moeten oppassen voor “framing”. Dick Cheney noemde de opwarming van de aarde “klimaatverandering” een term die de ontkenners dankbaar aangrijpen om ons voor te houden dat het klimaat altijd al veranderde. Dat dit nu door de mens gebeurt en ons bestaan bedreigt, willen ze ons door de terminologie doen vergeten. En impliciet zit er een ontkenning van onvergelijkbare tijdverschillen in. Zoals geologen doen die met tijdvakken van miljarden jaren rekenen die weinig uitstaande hebben met het levensritme van mensen. De homo sapiens verschijnt pak hem beet 150 duizend jaar geleden in een universum van 14 miljard jaar. ‘Wat is het probleem?’, roepen geologen. Optimisten zien oplossingen, maar zijn eigenlijk vervelende mensen. Zij plaatsen een stip op de horizon. Als je het niet met ze eens bent, sabelen ze je neer. Pessimisten hebben meestal een weinig blijde boodschap, maar kunnen beter relativeren en hebben tenminste nog galgenhumor. Optimisten zien het glas half vol, pessimisten half leeg en René ten Bos houdt zijn glas omhoog en ziet een half vol èn een half leeg glas. Is het een manier om de verschillen om naar de werkelijkheid te kijken te overbruggen? Politiek is de leer van wij en zij, de leer van: wie horen erbij en wie niet? Negenennegentig procent van de wetenschappers zijn het over eens dat de opwarming van de aarde door mensen een bedreiging is voor het voortbestaan van de mensheid. Met andere woorden: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje, er is geen planeet B. Maar er naar handelen is vers twee; weten is niet genoeg. De rede is beperkt, jammer voor Kant, maar iets anders hebben we niet. De ramp die ons wereldwijd op een lijn brengt, is meteen ons einde.
Een vraag tot slot uit de toehoorders: ‘Hoe overtuigen we volgende generaties? Hoe geven we het probleem door? Hoe krijgen we iedereen op een lijn vóór een fatale ramp zich voltrekt?’ De voorzitter gaf nog tien minuten voor vragen en René ten Bos nam al die tijd voor de beantwoording. Het probleem is complex en we moeten ons blijven beroepen op wat in de aankondiging van de lezing over de revolutionaire ideeën van Koerbagh en Spinoza staat: “tolerantie tegenover andersdenkenden, vrijheid van meningsuiting, toegang tot kennis voor allen en op basis van de rede zelf tot inzichten te komen.” Ideeën die in bepaalde delen van de wereld nog steeds revolutionair zijn en verder overal onder druk staan.